maandag 27 april 2009

Mozes, Theofilus en ons land


Er van uitgaande dat de stijging van het aantal vreemdelingen correct is gemeten mogen we concluderen dat het goed gaat in ons land.

Voor mensen die bang zijn voor vreemde invloeden mag het een troost zijn dat Nederland niet het beloofde land is voor buitenlanders. Te plat, te moeilijke taal en om met Heleen Mees te spreken te hoge belastingen. Heleen Mees dat beste meisje uit de klas dat denkt dat haar poep niet ruikt is van mening dat alles in New York beter is. Een half uurtje wachten op een terrasje in Amsterdam op de koffie vind zij vreselijk. In zo'n half uurtje kun je bijvoorbeeld het Parool en de Telegraaf lezen of beter nog een aantal verzen uit de Exodus en je verbazen over de Odyssee van de Joden. Heleen echter heeft het te druk met ergeren en profeteren dat het in NY allemaal beter is dan bij ons. Fijn dan.

Dit brengt mij bij mijn laatste hobby het lezen van de bijbel. Sommige stukken zijn niet om doorheen te komen maar het evangelie van Lukas opent met de volgende volzin: Aangezien velen getracht hebben een verhaal op te stellen over de zaken, die onder ons hun beslag hebben gekregen, gelijk ons hebben overgeleverd degenen, die van het begin aan ooggetuigen en dienaren van het woord geweest zijn, ben ook ik tot het besluit gekomen, na alles van meet af aan te hebben nagegaan, dit in geregelde orde voor u te boek te stellen, hoogedele Theofilus, opdat gij de betrouwbaarheid zoudt erkennen der zaken, waarvan gij onderricht zijt. (Lukas I:1-4).

En zo is het maar net.

Deze regel roept meer vragen dan antwoorden op. Het lijkt erop dat Lukas het evangelie schreef omdat er grote twijfel bestond aan de betrouwbaarheid der zaken waarin Theofilus onderricht was.

Wie was Theophilus (vriend van god) aan wie het evangelie is gericht. De meningen zijn verdeeld maar het meest waarschijnlijke is dat het hier de opvolger van de Joodse hogepriester Kajafas betreft te weten Theofilus ben Ananus. Kajafas was de drijvende kracht achter de arrestatie en veroordeling van Jezus.

Het zou dus zo kunnen zijn dat in de vroege dagen van het Christendom de predikers. apostelen gepoogd hebben de leer te integreren in het oude Joodse geloof waarop het gebaseerd was.

Dit is niet vreemd aangezien Jezus een rabbijn was en alle apostelen en later ook Paulus voortkwamen uit Joods religieuze kringen. De man die in de kring van Jezus de kas beheerde was Judas. Of de aangifte van Judas van zijn meester te maken heeft gehad met de deplorabele financiƫle situatie van dit illustere gezelschap verdiend nader onderzoek.

Zo verdienen veel zaken nader zelfstandig onderzoek in plaats van zo maar aan te nemen wat mensen zeggen en dient tijd op een terras, die toch onledig is, beter besteed te worden dan slechts ergernis. Als je te jong bent om te lezen hier een kleurplaat. Wel binnen de lijntjes blijven Heleen.